Veld

'Rust was er nooit'

Peter op 16 maart 2018

Rust was er nooit

Peter is cliënt bij Trajectum. Toen hij opgroeide, bij zijn ouders thuis, werd er veel gevochten. Daardoor werd Peter (geboren 1962) een gesloten man. Ín deze blog vertelt hij wat hij heeft meegemaakt, en hoe het nu met hem gaat.

 

Agressie was altijd en overal om Peter heen. Als er thuis ruzie was, werd er gevochten. De gezinsleden waren bang voor Peters vader. Hij sloeg hen vaak. Op school ging het ook niet goed met Peter. Hij was een buitenbeentje en werd gepest.

Peter hield er een trauma aan over. ‘Het was geen mooie tijd.’

Toen Peter 17 was, ging hij uit huis. ‘Ik hield het niet meer vol, al die trammelant thuis. Rust was er nooit.’ Kort daarna ontmoette hij een meisje, Linda. Toen hij thuis vertelde dat hij met haar wilde trouwen, wilde zijn vader niets van zijn plannen weten. Hij was dronken en wilde met Peter vechten, maar deze keer ging het anders. ‘Ik heb hem bij de strot gepakt en gezegd: dit doe je nooit meer.’ Daarna hebben Peter en zijn vader nooit meer gevochten.

Gezin

Peter trouwde in 1980. In het begin was het huwelijk goed. Er kwamen twee dochters. Peter had handeltjes in van alles en nog wat. Er ging ook weleens iets mis bij het zakendoen: in 1987 moest hij naar de gevangenis voor diefstal, hennepteelt en mishandeling. ‘Maar toch’, zegt hij, ‘wilde ik er echt iets van maken. De meiden een andere jeugd geven dan ikzelf had gehad.’ Maar dat liep anders. Linda wilde nog een kindje, en dat had Peter niet verwacht. Peter had zich net laten ‘helpen’ zodat hij geen kinderen meer kon krijgen, iets wat Linda zelf wilde. Dus was hij heel verbaasd. Later merkte hij pas echt hoe groot Linda’s wens was. Toen hij eens onverwacht thuiskwam, vond hij Linda samen met zijn oudste broer in bed. ‘Ik ben op de overloop in elkaar gezakt en heb gejankt zoals ik nog nooit eerder had gedaan. Kapot was ik ervan.’

Wraak

Om z’n gezin bij elkaar te houden, accepteerde Peter wat er gebeurd was en bleef hij bij Linda. Maar hij werd steeds gefrustreerder. Het ging steeds slechter met hem, tot hij de controle over zijn leven kwijtraakte. Hij wilde wraak nemen. ‘Ik werd zo gek als een deur, wilde Linda straffen.’ In 2006 werd Peter veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf en TBS voor bedreiging, mishandeling en verkrachting van zijn vrouw. Na twee jaar gevangenis werd hij in 2008 opgenomen in wat toen Hoeve Boschoord was.

Behandeling

In het begin droeg Peter een soort pantser waar niemand doorheen kon komen. Van de twee jaar gevangenisstraf was Peter hard geworden. Hij geloofde nog niet dat hij een nieuw leven kon krijgen. Peter moest leren om te praten in plaats van te vechten, maar dat kon hij niet. Hij voelde zich onbegrepen en bleef in zichzelf gekeerd. ‘Jezelf veranderen is niet makkelijk. Ik had er geen vertrouwen in.’

Toch kwam dat vertrouwen er. Peter kreeg een klik met zijn hulpverlener. De hulpverlener oordeelde niet over hem. En ze praatten gewoon in het dialect, zoals Peter gewend was. Langzaam verdween Peters pantser. Samen maakten ze een plan voor zijn toekomst. Peter moest nog veel leren. Zoals boosheid herkennen. En uit een stressvolle situatie stappen als hij woede voelde opkomen. Ook moest hij leren er op tijd over te praten. ‘Ik ga nergens meer op in,’ zegt Peter. ‘Ik sla niet, maar keer ze gewoon de rug toe.’

Een andere man

De behandeling gaf Peter vertrouwen in de toekomst. De gesloten man werd een cliënt die graag wilde leren en alles op alles zette. Zijn inzet werd beloond, want in 2011 kreeg Peter meer vrijheden op het terrein. En uiteindelijk mocht hij met onbegeleid regioverlof. ‘En ik ben vrolijk. Dat is een lange tijd weggeweest.’ Volgend jaar zit Peters TBS erop. Hij heeft dan bijna tien jaar in de gevangenis gezeten en TBS gehad. Peter kijkt uit naar zijn vrije leven, maar denkt dat het ook wennen wordt. Gelukkig krijgt hij straks begeleiding. ‘Zodra ik me over iets onzeker voel ga ik hem bellen. Ik wil heel graag dat het goed gaat. Die verplichting heb ik naar mezelf, maar vooral naar de kliniek.’

Hij lacht. ‘Gelukkig word ik niet in het diepe gegooid.’

Terug naar het dorp

Peter gaat terug naar het dorp waar hij vandaan komt. In een huurhuisje, dichtbij zijn familie. Het lijkt hem fantastisch bij zijn moeder op visite te gaan, met zijn jongste broer mee naar Duitsland af te reizen ‘voor wat handel’. Zijn eigen gezin zal hij niet meer zien. ‘Ik wil rust.’ Bij die rust hoort eerst ook geen relatie, vindt Peter. ‘Relaties hebben me niet veel moois gebracht.’ Hij lacht breed als hij zegt: ‘En ik kan zelf goed koken. Daar heb ik geen vrouw voor nodig.’ En: ‘Ik hoop op levensvreugde. Dat heb ik altijd gemist.’

Printer Friendly, PDF & Email